KLEUTERS
In de kleuterklassen werken we thematisch. Iedere periode staat ander thema centraal.
Het thema is een kapstok voor het onderwijs in de klas. Alle leerlijnen worden zo veel mogelijk in het jasje van het thema gegoten. De kleuters zijn spelend aan het leren.
voorbeelden van thema’s:
- Het herfstbos
- De markt, fruit en groente
- De straat, verkeer en vervoer
- Samen op vakantie
- Piraten
- Bloemenwinkel
- Schoenenwinkel en schoenmaker
- het restaurant
- Het weer
- Noord - en Zuidpool, de winter
lees- en schrijfactiviteiten, reken- en wiskundige activiteiten, spel, taal/gespreks-, onderzoeks-, constructieve en beeldende activiteiten.
Omdat het leren spelenderwijs gebeurt en we zo’n project gebruiken in alle hoeken van de klas, wordt dit voor kinderen (en leerkrachten) heel aantrekkelijk. Elk kind wordt uitgedaagd en is op zijn eigen niveau bezig.
DE MIDDENBOUW: GROEP 3, 4 EN 5
De overgang van onderbouw naar groep 3 wordt versoepeld door de kinderen de gelegenheid te bieden om ook nog te kunnen spelen. Groep 3 mag ook in de middag nog een kwartierje naar buiten. Na een startperiode vanspelenderwijs verkennen wordt met behulp van moderne onderwijsmethoden lezen, rekenen en schrijven geleerd. Doordat de kinderen al in de kleuterklas veel rekenspelen hebben gedaan kunnen we in groep 3 de eerste twee hoofdstukken van onze rekenmethode overslaan.
De belevingswereld van de leerlingen wordt geleidelijk groter. De inhoud van de vakken aardrijkskunde, natuur en techniek, verkeer en geschiedenis worden worden steeds omvangrijker.
Als het technisch leesproces is afgerond oefenen wij vaker het begrijpend lezen. Plezier in lezen vinden wij belangrijk. Er wordt veel tijd besteed aan technisch lezen en belevend lezen.
In groep 3 starten we met het leren inplannen van opdrachten. Dit doen we met dagtaken. Later wordt dit uitgebreid met opdrachten voor de weektaak.
Naast de basale vakken (rekenen, taal, spelling, begrijpend lezen) hebben we nadrukkelijk aandacht voor kunsteducatie. Voor de muzieklessen en de handvaardigheidslessen hebben we vakleerkrachten.
DE BOVENBOUW
In de bovenbouw bereiden we de kinderen voor op het voortgezet onderwijs door ze steeds meer verantwoordelijkheid te geven voor hun eigen leren. De weeektaken worden uitgebreid. In groep 8 houden de kinderen hun huiswerk bij. Dit wordt zorgvuldig begeleid door de leerkracht. Indien nodig zijn er individuele gesprekken met de leerling. Hiervoor wordt tijd gemaakt doordat een collega de groep overneemt. In dit kindgesprek laten we de leerling verwoorden wat zijn vooruitgang is en waaraan nog gewerkt moet worden. Eind groep 7 wordt er een voorlopig advies voor het vervolgonderwijs gegeven.
Begin groep 8 wordt door de leerkracht met iedere leerling individueel gesproken over de status van zijn/haar leren, de doelen die de leerling wil bereiken en wat er voor gedaan moet worden. Zo maken wij de leerlingen nog bewuster van hun verantwoordelijkheid voor het eigen leren.
Ook in de bovenbouw werken we met groepsplannen op vier niveaus per vak. (spelling, rekenen en begrijpend lezen). Zo houden wij rekening met begaafde, minder en meer begaafden leerlingen. Voorbeeld: Bij een rekenles zie je sommige kinderen halverwege de instructie al starten met de opdracht. Deze kinderen zouden zich enorm vervelen als ze de hele uitleg moeten volgen. Ze houden tijd over tijdens de rekenles en krijgen verdiepende opdrachten. Dan gaat het grootste gedeelte aan het werk en enkele kinderen krijgen verlengde uitleg. Als er kinderen zijn die nog meer uitdaging nodig hebben dan het verdiepende werk, dan kunnen ze pluslessen volgen ('Breinwerk')
een leerling kan per vak in e en ander niveau zitten. We evalueren continu of een kind misschien bij een vak van niveau moet veranderen.
Ook in de bovenbouw besteden we veel tijd aan begrijpend en studerend lezen. Kinderen leren om informatie te verzamelen en te verwerken.